Nils de Heer
Een aantal weken geleden ontving ik spontaan een dossier van een tot op het bot getergde ondernemer, die een strafrechtelijke aangifte tegen zijn bank overwoog. Hij vond het gedrag van `zijn bankiers´ van de afdeling Bijzonder Beheer dermate stuitend en onrechtvaardig dat hij hun werkwijze vergeleek met `deelneming aan een criminele organisatie´.
Zolang de banken nog altijd begrippen hanteren als `liquidatie´ en `executie´ begrijp ik zijn associatie met een, zeg maar mediterrane manier van zakendoen op zich nog wel. Ook zijn redenatie dat een strafrechtelijke aangifte een eenvoudiger te bewandelen juridische weg is, dan een civiele procedure kan ik begrijpen. Deze ondernemer kan zich immers later alsnog als civiel benadeelde partij in de strafrechtelijke procedure voegen.
De aangifte heb ik hem echter ten stelligste afgeraden. Mede vanwege het risico van een tegenclaim door de bank wegens het `opzettelijk toebrengen van reputatieschade´. Maar academisch bezien vind ik de vergelijking wél interessant; art. 140, lid 1 Wetboek van Strafrecht spreekt over `deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven´. Staat u mij omwille van een interessante metaforische discussie toe een aantal typerende gedragingen van bankiers en bancaire praktijken in de letter en de geest van het Nederlandse strafrecht te plaatsen?
Strafbare dwang ex art. 284 WvS
De archieven van specialisten die ondernemers bijstaan in hun (ongelijke) strijd tegen de bankiers van Bijzonder Beheer puilen letterlijk uit van de schokkende dossiers. Een aantal spraakmakende hiervan heeft men collegiaal met mij gedeeld. Nagenoeg alle dossiers blijken een aantal overeenkomsten te vertonen. De bank past een onredelijke mate van druk toe jegens ondernemers. Zo moet men veelal de vaststellingsovereenkomst verplicht tekenen bij het kruisje, anders wordt de onderneming linea recta richting faillissement gedreven. In veel gevallen blijkt namelijk klip-en-klaar uit het opgebouwde dossier, dat de bank haast heeft om binnen een bepaalde termijn het dossier te kunnen `afvinken´. Werkt de relatie niet goedschiks mee, dan wat de bank betreft maar kwaadschiks. Er zijn mij zelfs gevallen van bedreigingen bekend, die nota bene door een bankier binnen de muren van een rechtbank werden geuit: “… linksom of rechtsom, ik maak jou letterlijk helemaal kapot!”. Na een schier eindeloze stapeling van negatieve emoties, talrijke slapeloze nachten en karrevrachten aan stress ben je als ondernemer wellicht bijna zo ver, dat je zelfs de verklaring ondertekent waarin je de ‘moord’ op Willem van Oranje bekent. Laat staan een vaststellingsovereenkomst tegen uiterst onbillijke en onredelijke voorwaarden.
Oplichting en afpersing ex art. 326 respectievelijk art. 371 WvS
Het bewust onjuist, dan wel onvolledig informeren van ondernemers bij de gedwongen koppelverkoop, (die op zich op grond van de Mededingingswet reeds verboden is) van bijvoorbeeld rentederivaten zou zich volgens mij kwalificeren als oplichting. Het eenzijdig stapelen van onredelijke verzwarende eisen (als extra aflossingen) aan bestaande kredietfaciliteiten, de inzet van dochterbedrijven van de bank bij het opkopen van activa op ogenschijnlijk openbare executoriale veilingen. Maar ook het (onder dwang) laten vestigen van overdreven veel zekerheden, of het lukraak toepassen van ridicule opslagen op een reeds overeengekomen rentetarief, zou men in mijn visie net zo goed als `wederrechtelijke bevoordeling´ of zelfs `afpersing´ ex art. 371 WvS kunnen aanmerken.
Als uw lokale slager uw bestelling heeft ingepakt, en het eindbedrag vlak voor het afrekenen onder dwang naar u toe zou verhogen met een `provinciale kadaver-transport heffing´, dan zou u zeer waarschijnlijk stijl achterover slaan van verbijstering. Uiteraard chargeer ik, maar bij banken lijkt men deze kwalijke praktijken nochtans redelijk normaal te vinden. Hoewel er gelukkig wel een begin van een kentering op gang lijkt te komen.
Kenmerken criminele organisatie ex art. 140 WvS
Aan het slot van het weergaloos spannende boek “Een van de jongens” van auteur Cees van Lotringen, dat een van de grootste belastingfraudes binnen de top van het Nederlandse bankwezen beschrijft, wordt een beschrijving ter zitting gegeven van wat volgens de strafrechter de kwalificaties van een criminele organisatie zijn. Met toestemming van de auteur haal ik enkele elementen aan.
“… In haar vonnis oordeelt de rechtbank dat de verdachten deel hebben uitgemaakt van een criminele organisatie, omdat er sprake is geweest van een structureel samenwerkingsverband. Het is daarbij volgens de rechter evenmin vereist dat er sprake is van een rechtspersoon of dat de organisatie steeds uit dezelfde personen bestaat.”
Dit is een buitengewoon interessante passage, gezien het feit dat één van de kenmerken van criminele netwerken die zich richten op serieuze economische delicten is, dat deze uit een groep `deskundigen´ bestaan die in een wisselende samenstelling opereren. Afhankelijk van welke expertise voor welke criminele doelstelling vereist is. Aan deze eis kunnen bankmedewerkers eveneens gemakkelijk voldoen; afhankelijk van de casus en de relatie met de cliënt kunnen zij immers naar eigen goeddunken een team samenstellen. Bij voorkeur met een significant overtal ten opzichte van haar gesprekspartner(s). Dit geschiedt puur met het oogmerk van intimidatie, de beïnvloeding van iemands gedrag door een persoon angst aan te jagen door te dreigen met de negatieve gevolgen van het niet meewerken. Ook een veelbeproefde methode van de banken.
“… Om vast te stellen of er sprake is van deelneming aan de criminele organisatie stelt de rechtbank moet aan twee voorwaarden zijn voldaan. Namelijk dat de deelnemer betrokken moet zijn geweest bij de gedragingen die strekken tot, of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.”
“… Om gelabeld te worden als deelnemer aan een criminele organisatie is het dus niet nodig volgens de rechter dat een persoon bij de verwezenlijking van elk soort van de beoogde misdrijven betrokken is geweest.”
Zeker binnen de banken is het usance dat meerdere functionarissen en zelfs leidinggevenden wetenschap hebben van de toegepaste machtsmiddelen en handelswijzen. In een aantal gevallen zijn deze functionarissen zelfs de bestuurders van dochterondernemingen van de bank. Dus met de ene pet op wordt een onderneming geliquideerd, en met de andere pet op worden, op een zogenaamde openbare executieveiling, de activa voor een zacht prijsje opgekocht. De latere verkoop met winst van dergelijke activa levert de bank een fraaie winst op. Vestzak, broekzak zeg maar. Met binnen de bankwereld gebruikelijke termen als `liquidatie´ en `executie´ lijken de banken zelf reeds gehint te hebben op mogelijke `criminele gedragingen´, of zou dit slechts te wijten zijn aan een ongelukkige woordkeuze van vele jaren geleden?
Maar tijden veranderen, en stel nu omwille van de discussie dat op basis van voortschrijdend inzicht en een toenemende maatschappelijke verontwaardiging de rechtspraak in Nederland de genoemde misdragingen zou behandelen conform het strafrecht? Dan zouden naar analogie van de uitspraak in de fraudezaak met betrekking tot winst- en verliesvennootschappen waaruit ik citeer, dus niet alleen de medewerkers van Bijzonder Beheer als verdachte kunnen worden aangemerkt, maar ook een ieder in de hiërarchische kolom boven of onder hen. De bestuursvoorzitter (Capo di tutti Capi), Chief Risk Officer (Consigliere) of Chief Financial Officer (Capo di Pizzo) niet uitgezonderd.
Ja, dan zou de bank zelf in theorie gemakkelijk gekwalificeerd kunnen worden als criminele organisatie. Het aardige van deze gedachte in de context van dit artikel is volgens mij, dat in dit geval op grond van art. 140, lid 3 WvS de strafmaat ten aanzien van de bestuurders van de bank –zijnde de leiders van de criminele organisatie- met een derde verhoogd kan worden. Een `justitiële bonus´ als het ware.
Arrivederci amici…
Kwalificeren banken zich juridisch als criminele organisaties?
24 marzo 2015
Knowledge Base
Jan Reageren
Betrouwbare financiële
Banken zijn toch criminele organisaties .
Hoe kun je praten over betrouwbaar.
Zodra de burger veel eigen geld opneemt gaan de bellen rinkelen.
Dat krijg je een onderzoek want je bent in eens een crimineel, Want ja de bank duldt geen concurrentie.
ABN heeft dit wel bewezen witwassen. Banken hebben aandeelhouders.
Aandelen zijn te kopen met zwart geld. De bank keert winsten uit aan aandeelhouders en wit is het geld.
Vertrouwen in bank 👎👎👎👎
Die is nul komma nul.
Net als in overheid en politiek. Pensioenverzekeraars zijn ook criminelen. Je ouders hebben 40 jaar deelgenomen aan pensioenfonds.
Net voor hun pensioenleeftijd overlijden zij. De pensioenverzekeraars steken dit geld in eigen zak, pure diefstal.
Het geld wat is opgebouwd door de ouders moet aan de kinderen worden uitgekeerd en niet in de zakken verdwijnen van de criminele pensioenverzekering.