Michel Klompmaker
Het Nederlandse ministerie van Financiën heeft gisteren aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie van het vermoeden van twee mogelijke misdrijven rondom de fraudeonderzoeken met de kinderopvangtoeslag: het ambtsmisdrijf knevelarij (wie kent deze bijna Middeleeuwse term nog in dit Instagram / TikTok tijdperk?) en het misdrijf beroepsmatige discriminatie. Dat het al jaren niet helemaal lekker loopt bij de Belastingdienst, nota bene onderdeel van het ministerie van Financiën zelf, is een publiek geheim. De directe aanleiding voor deze aangifte is het advies van een onafhankelijke deskundige, mr. Hendrik-Jan Biemond, sinds 2007 partner bij Allen & Overy. Biemond bestudeerde sinds 20 maart jongstleden na vragen van de Tweede Kamer en op verzoek van het ministerie van Financiën de openbare stukken rondom de fraudeonderzoeken met de kinderopvangtoeslag.
De aangifte tegen de Belastingdienst door staatsecretarissen Vijlbrief en Van Huffelen (zie foto hierboven) heeft betrekking op werkzaamheden van de Belastingdienst, meer in het bijzonder het Managementteam Fraude, het Combiteam Aanpak Facilitators en de Directie Toeslagen. Het gaat over de periode 2013 tot en met 2017. Onderzoeker Biemond keek daarbij niet alleen naar ambtsmisdrijven maar ook naar mogelijk andere relevante misdrijven. In zijn advies benadrukt Biemond dat zijn advies niets zegt over de strafwaardigheid van het gedrag van specifieke personen. In het belang van het onderzoek, van medewerkers en van de organisatie, worden waar nodig passende maatregelen genomen.
Knevelarij
Hendrik-Jan Biemond baseert het vermoeden van beroepsmatige discriminatie op uitvragen die zijn gedaan in systemen van de Belastingdienst op basis van afkomst. Voor alle duidelijkheid «knevelarij» is het bewust ten onrechte opeisen van een betaling door een ambtenaar. In zijn advies geeft Biemond aan dat hij als maatstaf ‘een redelijk vermoeden van een bepaald misdrijf’ heeft gebruikt om te beoordelen of er een verplichting bestaat om aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie. Hij benadrukt dat daaruit niet mag worden afgeleid dat deze mogelijke (ambts-)misdrijven daadwerkelijk zijn gepleegd.
Staatssecretaris Alexandra van Huffelen zegt het volgende : «Ik realiseer me dat deze aangifte een grote impact heeft op de gedupeerde ouders en de medewerkers van de Belastingdienst. Maar het advies van mr. Biemond is helder: het is belangrijk dat het Openbaar Ministerie hier naar kijkt. Hopelijk draagt deze ingrijpende stap bij aan het op een rechtvaardige manier afsluiten van dit voor zovelen pijnlijke hoofdstuk.”
De heer Biemond hanteert het criterium van een ‘redelijk vermoeden van een bepaald misdrijf’ om te bepalen of er sprake is van een aangifteplicht. Voor zijn advies heeft hij CAF-documenten beoordeeld die in 2019 aan de Kamer zijn verstrekt of in datzelfde jaar op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur openbaar zijn geworden. Het advies heeft betrekking op de werkzaamheden van de Belastingdienst waaronder Toeslagen, meer in het bijzonder het MT Fraude, het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) en de Directie Toeslagen, in de periode 2013-2017. Op grond van de door hem beoordeelde documenten en bovengenoemd criterium, is zijn advies dat op de bewindspersonen van het ministerie van Financiën de plicht rust om aangifte te doen van knevelarij (artikel 366 Wetboek van Strafrecht).
De heer Biemond heeft zijn advies niet beperkt tot ambtsmisdrijven. Hij heeft ook beoordeeld of sprake is van een redelijk vermoeden van andere mogelijk relevante misdrijven. Hij concludeert dat op de bewindspersonen van het ministerie tevens een plicht rust om aangifte te doen van beroepsmatige discriminatie (artikel 137g Wetboek van Strafrecht). Beroepsmatige discriminatie is het opzettelijk discrimineren van personen wegens hun ras, waarbij de dader handelt in de uitoefening van zijn beroep, ambt of bedrijf.
Michiel van den Broek Reageren
Uit deze aangifte blijkt volgens mij dat het ministerie haar eigen straatje probeert schoon te vegen en de eindverantwoordelijke politici uit de wind te houden.
Deze maatregel zal geen bijdrage leveren aan de professionele integriteitscultuur bij de Belastingdienst: werknemers zullen nog passiever worden, dus de instructies volgen en hun mond houden.
Deze aangifte toont aan dat de staatssecretaris niet in staat is om de noodzakelijke cultuurverandering te stimuleren of te begeleiden.
Carl-Eric Rasch Reageren
Verzekeraars, maar ook een aantal aan de overheid gelinieerde organisaties werken met rekenmodellen of algoritmes om fraudes op te sporen. Soort auto, inkomensstatus, aantal claims maar ook tweede nationaliteit speelt hier bijvoorbeeld een rol. Als er al sprake is van fraude is er soms meer dan gemiddeld sprake van een aantal kenmerken. Zo werkt de belastingdienst ook en zo werkte het met de kinderopvangtoeslag. Het beleid werd gewoon uitgevoerd. Het is een kwestie van een zondebok zoeken en het eigen straatje schoonvegen van deze staatssecretaris -na alle kritiek- door met harde woorden te komen als knevelarij en discriminatie door medewerkers. Daar was geenszins sprake van.