Stefan Duchateau

Stefan Duchateau

Professor Risk Management

Gratis bier en pizza

27 junio 2021

Het is slechts weinigen gegeven om zich tijdens een studentenfuif gewapend met een megafoon op een verhoging te hijsen om af te kondigen dat er gratis bier en pizza wordt aangeboden. A volonté dan nog wel en zonder enige tijdsbeperking, om vervolgens op luid boegeroep en halfvolle plastieken bekers te worden getrakteerd. Je moet vooraf veel wantrouwen hebben gezaaid om een dergelijke reactie bij je publiek uit te lokken. Laat die enkeling nu toevallig aan het hoofd staan van de Amerikaanse centrale bank. Jay Powell heeft het voor eeuwig verkorven op de financiële markten na zijn bedenkelijke optreden en onsamenhangende opmerkingen. Daarmee deed hij in 2018 de beurzen spitsroeden lopen, wat uitliep op zware en onnodige verliezen. Onlangs verraste hij ons opnieuw op een staaltje van zijn weinig gewaardeerde commentaren. De vroegere stelling van de Fed dat de beleidsrente nog zeer lange tijd op het nultarief bevroren zou blijven, moest weliswaar hoognodig worden bijgestuurd op basis van de economische actualiteit. Onder het gewicht van de escalerende inflatie-indices was het ongeloofwaardig dat de beleidsrente in de komende jaren onaangepast zou blijven. So what? Uit eenvoudige berekeningen blijkt al maanden dat de markten één renteverhoging in 2022 met 25 basispunten in rekening brengen, gevolgd door een tweetal analoge bewegingen ergens in 2023. Niks erg, integendeel, het betreft hier een normalisatie van het rentepeil en – voor de liefhebbers – dit gaat meestal gepaard met flink hogere beurzen, weliswaar na een initiële koude rilling.

De lang voorziene persconferentie die plaatsvond bood aan de Fed dan ook een ideaal platform om haar voorbijgestreefde stellingname wat bij te sturen. Hierbij kon worden verwezen naar de aanhoudende economische progressie, weliswaar tegen een achtergrond van (tijdelijk) oplopende inflatie-indicatoren, om aan te kondigen dat er ‘slechts’ een tweetal stijgingen van beleidsrente nodig waren. Deze stijgingen hoeven we overigens pas in 2023 in rekening te brengen.

Goed nieuws eigenlijk, maar Jay slaagde er toch in om deze open doelkans vakkundig de nek om te wringen. Deze keer door er nog een woordspeling over te maken: ‘De Amerikaanse centrale bank denkt erover na om erover na te denken om binnen afzienbare tijd de rentetarieven wat op te trekken en de steun aan de obligatiemarkten geleidelijk te beginnen afbouwen’. Hebben ze er dus nog niet over nagedacht? Terwijl de inflatie-indices met zevenmijlslaarzen vooruitspringen. Wellicht was het maar bedoeld als een grapje. Maar grappenmakers aan het hoofd van ‘s werelds machtigste financiële orgaan hebben we niet nodig, wel meer duidelijkheid over het te verwachten monetaire beleid. En dit op basis van een heldere analyse en robuuste geloofwaardige conclusies.

Na een eerste schrikreactie echter schudden de markten dit zoveelste communicatieve mistasten van de Fed-voorzitter snel weer van zich af. Alles went na een tijdje. Aan het nieuwe adagium van de centrale bank wordt voorlopig (nog) niet getwijfeld. De krachtige opstoot van de inflatie-indicatoren die momenteel wordt waargenomen is slechts van tijdelijke en voorbijgaande aard. Transitory… De inflatie zal binnen afzienbare tijd modereren wanneer aan de aanbodzijde van de wereldeconomie de huidige bottlenecks in de aanvoerlijnen verdwijnen. Zo luidt het in Washington DC.

In de eurozone is er overigens geen enkele kans op een stijging van de beleidsrente. Niet nu, niet volgend jaar en niet in het jaar 2025. Misschien wel in 2525 maar zelfs daar twijfelen we aan. De interbancaire rente bevindt zich onder het depositietarief van de ECB, die een bestraffing van 50 basispunten oplegt aan banken die een exces aan liquiditeit bijhouden. Dat banken hun beschikbare liquiditeit aan nog lagere tarieven op de interbancaire markt aanbieden, vormt vanzelfsprekend geen teken van een nakende rentestijging en zeker niet van het aanwenden van de voorziene middelen in de vorm van vlot toegestane kredieten. Dit was nochtans wel de bedoeling van de Europese Centrale Bank.

Voor de meest enthousiaste economische prognoses moet je deze keer op bezoek gaan op het oude continent. De voorziene conjuncturele opsprong vertaalt zich ook in een opvallende stijging van de verwachte bedrijfsresultaten in zowat alle Europese landen. Vooral de forse vooruitgang in Italië springt ons in het oog. We weten het wel: dit is vooral het gevolg van een basiseffect. Italië startte immers van een lager niveau, maar toch. Dat de Azzurri zelfs de taaie Denen wisten te overtroeven doet ons geloven in een algemeen, duurzaam en substantieel economisch herstel in Europa.

Stefan Duchateau

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *