Toon Peters
Op 15 mei 2022 las ik een bericht op LinkedIn waarin van het heugelijke feit melding werd gemaakt dat Noa Visser als advocaat beëdigd is door de rechtbank Amsterdam. Ik ken Noa niet maar wens haar een mooie carrière toe in de advocatuur. Ik kon het alleen niet na laten om een reactie achter te laten waarin ik schreef dat ik hoopte dat Noa zich de eed over een aantal jaren nog kan herinneren.
“En nu maar hopen dat Noa zich over een paar jaar nog aan deze eed kan herinneren. Ik ken veel advocaten die de eed al lang vergeten zijn. Na de conferentie over de rechtsstaat in november 2019 in het Vredespaleis in Den Haag vertrouwde een Raadsheer mij toe dat het werk van rechters extra bemoeilijkt wordt doordat veel advocaten hun cliënten tot liegen aanzetten. Ik hoop volgend jaar een boek te publiceren met als titel ”Liegen voor de rechter loont”. Ik begrijp best wel dat bovenstaande reactie misschien niet zo vriendelijk overkomt, maar als ervaringsdeskundige weet ik dat er vele advocaten zijn die het met hun beroepseed niet zo nauw meer nemen. En dan druk ik me nog voorzichtig uit. Ik hoop dan ook van harte dat Noa een rechte rug blijft houden.
Een reactie van haar “baas”, mr. Roland Mans, kon dan ook niet uitblijven:
“Die herinnert zij zich dan 100% zeker. Net als jouw misplaatste boodschap op dit bericht. Ongelooflijk dat jij die boodschap ook nog baseert op een uitlating van een Raadsheer die jij verder
anoniem laat. Of je hebt een ‘deus ex machina’ verzonnen of het is echt gebeurd en dan heeft deze Raadsheer flink wat uit te leggen. In dat geval: Naam en rugnummer graag.“
Ik wil de lezers van dit artikel mijn antwoord niet onthouden.
“Blij te horen dat Noa een goed geheugen heeft. Ik heb het verhaal niet uit mijn duim gezogen. De naam van de raadsheer ken ik niet, maar ik kan u wel in contact brengen met een getuige die op 29 november 2019 ook aanwezig was bij het gesprek met de raadsheer toen we na afloop van de conferentie in het Vredespaleis in Den Haag samen op de bus stonden te wachten naar het CS. Kent u het boek van uw confrère Willem Jan Ausma “Wat is waarheid? ”waarin hij schrijft dat hij het beu is om nog langer “sprookjes” te vertellen in de zittingszaal? Op 26 oktober 2021 zei de scheidend president Ronald Philippart van het hof in Den Bosch in een interview in De Limburger dat er nergens zoveel wordt gelogen als in de rechtszaal. Ik zou niet weten waarom de raadsheer die ons dit ook toevertrouwde flink wat heeft uit te leggen. In België schijnt het niet anders te zijn. «
Toon Peters Reageren
Momenteel lees ik het boek “Worst Bank Scenario” dat in juni 2022 verschenen is.
Ik werd getroffen door een citaat van een van de auteurs mr. drs. Hester Bais:
“Als een van de weinigen kon deze ondernemer het zich financieel permitteren een rechtszaak aan te spannen tegen ING. We begonnen een heftige strijd waarbij de bank en haar advocaten alles uit de kast hebben gehaald om de rechters op het verkeerde been te zetten en ons te ontmoedigen door te gaan”.
Is dit wederom een bevestiging dat die hele advocaten eed alleen maar voor de bühne is?