Betrouwbaarheid World Justice Project Rule of Law Index staat ter discussie

29 mayo 2019
Knowledge Base

Toon Peters

Recentelijk was het de eer aan de vierde VVD-er op het superministerie van Justitie en Veiligheid (voorheen Veiligheid en Justitie) om het veld te moeten ruimen. Hij erkende dat hij de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd toen er vragen over de rapportage werden gesteld na de publicatie in De Telegraaf. Tegenover de verzamelde pers zei Harbers na zijn aftreden: „Ik ben Kamerlid geweest en weet hoe belangrijk het is dat de Tweede Kamer de goede informatie krijgt.” Maar dat is volgens hem dus niet gebeurd. Minister Dekker gaf recentelijk ook antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer naar aanleiding van een artikel in de Volkskrant waarin de betrouwbaarheid van het World Justice Project Rule of Law Index onderzoek ter discussie werd gesteld. Dit onderzoek werd de afgelopen jaren door een aantal rechters en ministers gretig gebruikt om terechte maar onwelgevallige kritiek op de rechtspraak te pareren.

Op eerdere vragen van Michiel van Nispen van de SP gaf minister Grapperhaus een aantal antwoorden die niet helemaal met de werkelijkheid strookten. In alle landen zouden de burger respondenten op dezelfde manier bevraagd zijn. Dit is helemaal niet het geval en ook blijkt nu uit de antwoorden van minister Dekker dat de ranking van Nederland op het gebied van de rechtspraak voornamelijk gebaseerd is op de vragenlijsten die “deskundigen” elk jaar zouden hebben ingevuld. De vragenlijsten die de burgers onder ogen kregen hebben nauwelijks iets met de rechtspraak van doen en nu opeens blijkt dat die er dus bijna niet toe doen bij het onderzoek naar de kwaliteit van de rechtspraak in Nederland, hetgeen eerder wel gesuggereerd werd.

Over het aantal deskundigen dat jaarlijks bevraagd zou zijn in Nederland laat de minister zich niet uit, maar dat zijn er slechts enkele tientallen, waarvan de meesten een vermelding kregen in het rapport van WJP. Elke insider weet dat kritiek op de rechtspraak door een advocaat in het openbaar hem mogelijk duur te staan kan komen en de vraag lijkt dan ook gerechtvaardigd welke waarde je kunt hechten aan de mening van een twintigtal deskundigen die ook nog eens met naam vermeld wensen te worden in de rapporten van WJP. De deskundigen, waaronder het merendeel advocaten, snappen heel goed aan welke kant hun boterham besmeerd wordt

Onderzoeksbureau Speedlight Nederland weet van niets

Dat WJP enkele jaren geleden voor een congres in Den Haag ook al subsidie (€ 10.000) heeft ontvangen van de gemeente Den Haag zegt minister Dekker niet en op wiens aandringen dat gebeurde blijft natuurlijk een vraag. Ook beweert de minister stellig dat het onderzoeksbureau Speedlight de respondenten in Nederland benaderd heeft, terwijl de directeur van Speedlight Nederland zelf van niets weet….. Uit de antwoorden van de minister blijkt dat hij zich voornamelijk beroept op de informatie die hij van het WJP krijgt en nauwelijks andere bronnen raadpleegt.

Overigens staat er dit jaar nog een WODC onderzoek gepland naar klassenjustitie, een fenomeen dat ver te zoeken is in de bevindingen van het WJP. Maar ook het recente vertrek van de heer Harbers illustreerde voor de zoveelste keer dat het ”toga” ministerie zijn hand er niet voor omdraait om de werkelijkheid te verhullen en of geweld aan te doen. Dat is ook mijn ervaring met het WJP onderzoek want wat een helder, feitelijk en verifieerbaar antwoord op mijn vragen had moeten opleveren verzandde in moeizaam, ontwijkende en terughoudend verstrekte en onjuist gebleken informatie, zowel vanuit de VS, Europa en Nederland.

Omdat de VVD toch niet de partij is die uitblinkt in het geven van openheid van zaken betwijfel ik of de minister de vragen van de Tweede Kamer adequaat beantwoord heeft zoals hij zelf beweert en hij ziet dan ook geen aanleiding om niet meer te verwijzen naar het WJP omdat het één van de indicatoren zou zijn waaraan ontleend wordt dat Nederland in vergelijking met andere landen over een goed functionerend rechtsstelsel beschikt. De vele klachten die op zijn ministerie over justitie binnen komen zijn blijkbaar geen indicator en worden klaarblijkelijk onder het bekende tapijt geveegd.

De auteur van dit artikel, Ir. Toon Peters is senior docent aan Zuyd Hogeschool.

  • Alfred Mol

    Van 1980 – 2013 heb ik in NL, USA, Canada en bij het EHRM geprocedeerd ivm Intellectueel Eigendom. Ik ben dus een ervaringsdeskundige. NL bewindslieden hebben de neiging om kritiek te bagatelliseren. Deministers Grapperhaus/ Sander Dekker en ook Feteris (president HR) zijn goed fout bezig om publiek en TK zo’n volslagen verkeerde voorstelling van zaken te geven, dat de NL rechtspraak zo goed aangeschreven staat. De ministers Dekker & Grapperhaus en ook Feteris (president HR) geven ook niet alleen foute en ontwijkende antwoorden, maar doen ten onrechte voorkomen dat de NL rechtspraak internationaal in hoog aanzien staat. Jammer genoeg zijn de MSM heel terughoudend met kritiek op de rechtspraak.
    NB NL hoogleraren hebben wel scherpe kritiek op NL rechtspraak. Prof AA Quaedvlieg noteert in zijn Epiloog expliciet bij het HR arrest Technip vs Goossens, dat NL rechters 𝒆𝒆𝒏 𝒓𝒆𝒇𝒍𝒆𝒙 𝒗𝒂𝒏 𝒂𝒇𝒌𝒆𝒖𝒓𝒊𝒏𝒈 hebben, als oud-werknemers hun ex-werkgever beconcurreren. Klassenjustitie ?! Prof. Dirk Vissers stelt dat de HR bij deze zaak beslist heeft obv 𝐞𝐞𝐫𝐥𝐢𝐣𝐤𝐡𝐞𝐢𝐝𝐬-𝐨𝐧𝐝𝐞𝐫𝐛𝐮𝐢𝐤. Prof Dick van Engelen verbaast zich over 𝐠𝐨𝐞𝐝𝐞𝐫𝐞𝐧𝐫𝐞𝐜𝐡𝐭𝐞𝐫𝐥𝐢𝐣𝐤𝐞 𝐨𝐯𝐞𝐫𝐝𝐫𝐚𝐜𝐡𝐭 𝐯𝐚𝐧 𝐜𝐨𝐩𝐲𝐫𝐢𝐠𝐡𝐭 door Hof Fasseur-vanSanten. Prof. Quaedvlieg spreekt van een “𝐨𝐧𝐛𝐞𝐠𝐫𝐢𝐣𝐩𝐞𝐥𝐢𝐣𝐤 𝐨𝐨𝐫𝐝𝐞𝐞𝐥” – zie AMI 2006 153-161. Claims ingediend obv onrechtmatige rechtspraak worden vlot afgepoeierd door de landsadvocaat alsof er geen Klassenjustitie in NL zou zijn. Prof. T. Barkhuysen concludeert dat de overheid coulanter moet compenseren bij onrechtmatige rechtspraak. https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/18917

    IMHO is er bij de Haagse I.E. rechtspraak sprake van 𝐧𝐞𝐭𝐰𝐞𝐫𝐤-𝐜𝐨𝐫𝐫𝐮𝐩𝐭𝐢𝐞 met doel grote bedrijven en oud-werkgevers te beschermen. En het OM behoort tot hetzelfde netwerk ?.
    Ook scherpe kritiek op NL IE rechtspraak is er in het Research Handbook on the future of EU copyright – P72.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *