Non-kwaliteit en faalkosten
In de hightech wereld zoals lucht- en ruimtevaart is kwaliteit normaal. Ultieme kwaliteit omdat je een ruimteschip of vliegtuig niet even op de vluchtstrook kunt parkeren als er iets mis is. Maar als 99,9% of meer van zowel je ontwerp, gerealiseerde product en proces bewezen kwaliteit is, hoe kun je dan afwijkingen van die kwaliteit ontdekken, analyseren en verbeteren? Hoe vind je die schaarse plekken waar iets toch helemaal mis zou kunnen gaan? Hoe moet je zoeken, hoe kun je het herkennen? Het helpt dan vaak om juist het omgekeerde ofwel ‘het duale’ te zoeken. Voor kwaliteit levert dat het begrip ‘non-kwaliteit’ op. Hoe vind ik in de oceaan van kwaliteit juist die zeldzame non-kwaliteit: de mogelijk serieuze reden voor ernstige fouten, mislukkingen, ontsporingen of zelfs serieuze en dodelijke ongelukken? In mijn oude vak Elektrotechniek is dualiteit een bekend begrip. Je hebt spanning versus stroom, weerstand versus geleiding, capaciteit versus zelfinductie, kortsluiting versus een open kring. Kortom, iets is duaal als het aan twee in principe onverenigbare en/of tegengestelde principes voldoet. Als het ene zo groot is dat je er nauwelijks iets aan kunt meten, kijk dan naar het omgekeerde kleine dat je vaak veel beter kunt ‘detecteren’ en meten. De kosten van non-kwaliteit zijn kosten die verband houden met het maken van fouten door verkeerde ontwerpen, processen en aansturing, waardoor tijd wordt verknoeid, uitgaven voor niets zijn en kansen worden verspeeld. Kwantitatief zijn dat de gemaakte fouten maal de herstelkosten, vermeerderd met opslagen voor overhead, overuren, materiaalverlies, imagoverlies, immateriële kosten en eventueel leed. Daarom is het vinden, herkennen en elimineren van non-kwaliteit zo belangrijk. Zelfs als de rest al 100% kwaliteit heeft. Continue reading…