De Nederlandsche Bank, afgekort DNB, en haar vroegere bestuurders zijn in de periode van 1814 tot 1863 betrokken geweest bij slavernij. Dit blijkt uit onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit Leiden dat vandaag is gepubliceerd. DNB betreurt deze bevindingen zeer. Dit onderzoek is voor DNB het begin van een traject van reflectie en dialoog. DNB was op drie manieren betrokken bij slavernij. Het startkapitaal van DNB kwam deels van ondernemers met directe belangen in de Atlantische plantageslavernij, zoals in bijvoorbeeld Suriname. Bij elf van de zestien grote private investeerders van het eerste uur is betrokkenheid bij slavernij vastgesteld.
Na de oprichting was DNB als instituut indirect betrokken bij de Nederlandse koloniale slavernij en slavernij in niet-Nederlandse gebieden, zoals Brits-Guyana. Omdat DNB geen vestigingen had in de koloniën, had zij daar geen rol in het dagelijkse slavernijgerelateerde financiële verkeer. Wel ondersteunde DNB het ministerie van Koloniën in het dagelijkse betalingsverkeer en verleende DNB ook diensten aan handelshuizen die betrokken waren bij slavernij. Meer dan hun tijdgenoten waren meerdere vooraanstaande DNB’ers privé betrokken bij koloniale slavernij. Zo waren verschillende van hen direct betrokken bij slavernijgerelateerde ondernemingen en sommigen ook bij het management van plantages. Een aantal vooraanstaande DNB’ers organiseerde zich om de belangen van de slaveneigenaren politiek te behartigen. Slechts een enkeling zette zich in voor het beëindigen van de slavernij.
Reflectie en dialoog
De DNB-directie beseft dat dat ze een objectief beeld wil hebben van de betrokkenheid van DNB bij slavernij. Aanleiding daarvoor was de toenemende aandacht in de wereld voor de strijd tegen racisme en voor het slavernijverleden. Tegelijkertijd kwamen er vanuit de eigen geledingen stemmen op die hiervoor pleitten. DNB kan en wil niet voorbijgaan aan dit deel van haar geschiedenis, als onderdeel van het Nederlandse slavernijverleden. Daarom is er in juni 2020 besloten tot een onafhankelijk historisch onderzoek, uitgevoerd door Karwan Fatah-Black, Lauren Lauret en Joris van den Tol van de Universiteit Leiden.
De eerste stap die nu gemaakt wordt is het openbaren en erkennen van het slavernijverleden van DNB, opdat iedereen kennis kan nemen van het onderzoek via de website van DNB. «De feiten uit het onderzoek, en de diep racistische ideeën die eraan ten grondslag lagen, raken ons diep. DNB anno 2022 staat niet los van haar verleden. Het leed dat slaafgemaakten in het verleden ondergingen, is onbeschrijflijk.» aldus de directie van DNB. DNB vervolgt met: «Wij kunnen het aangedane leed niet ongedaan maken. Maar wij kunnen als DNB wel proberen bij te dragen aan de verwerking van het leed door deze geschiedenis zichtbaar te maken, en de feiten en het leed te erkennen.»
De foto toont het hoofdkantoor aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam uit de negentiende eeuw.
Bron: DNB