Anton Jongbloed
Mondkapjes kunnen worden gedragen met het oog op twee doelstellingen, namelijk het voorkomen van infectie van de drager en het voorkomen van verspreiding door de drager. Onze «polderdeskundigen” vinden in afwijking van deskundigen uit landen met veel ervaring met de uitbraak van infectieziekten dat mondkapjes geen zin hebben. Het blijkt dat zij het hebben over de eerste functie, infectie van de drager zelf. Over de tweede functie het voorkomen van besmetting van anderen wordt nu gezegd dat het een rol zou kunnen spelen. Enige kwantificering ontbreekt. Ik nam de proef op de som. Met een plantenspuit heb ik op anderhalve meter afstand op een spiegel gespoten. Resultaat: De spiegel zat vol met druppels. Daarna heb ik vier lagen kaasdoek, bekend om zijn porositeit, gevouwen en dit op 20 cm voor de spiegel gespannen. Vervolgens heb ik van 30 cm afstand met de plantenspuit op het kaasdoek gespoten. Resultaat geen druppels op de spiegel. Ook bij een proef op 5 cm afstand van het kaasdoek kwamen er geen druppels op de spiegel. Mijn stelling is nu dat een eenvoudig stoffen gezichtsmasker de kans op besmetting van derden door een drager van het virus door middel van hoesten, niezen en praten met 80% vermindert. Waar zijn de metingen?
Als de «polderdeskundigen» zeggen dat mondkapjes geen of weinig effect zullen hebben bij de verspreiding van het virus vraag ik mij af: Is dat onderzocht en waar is dat onderzoek? Als de «polderdeskundigen» zeggen dat mondkapjes een rol kunnen spelen hoeveel is dat dan? 5%, 20% of misschien wel 80%?
Uitdaging
Ik daag de «polderdeskundigen» uit mijn proef te herhalen op een meer wetenschappelijk verantwoorde manier en de resultaten te publiceren. Tot dusverre, deskundigen, komt u niet verder dan dat het een rol zou kunnen spelen zonder dit op enigerlei wijze kwantitatief te onderbouwen. Als het dragen van mondkapjes verplicht wordt in de openbare ruimte en dat wordt gecombineerd met alle maatregelen uit Aziatische ervaringslanden, zoals het meten van de temperatuur bij de ingang van supermarkten, het openbaar vervoer en bij de ingang van kantoren dan moeten wij toch in staat zijn onze economie weer te laten draaien?
Er zijn niet genoeg mondkapjes
Als we tot de conclusie kunnen komen dat simpele stoffen mondkapjes een oplossing kunnen bieden dan kan iedere kleermaker, ieder naaiatelier deze maken. Het voldoende beschikbaar maken van stof dat daarvoor geschikt is lijkt mij het minste probleem.
Schijnzekerheid
Als argument tegen mondkapjes wordt gebruikt dat het een schijnzekerheid zou bieden. Opnieuw, waar is het onderzoek waar dat uit blijkt? Dat is er niet, het is dus geen feit maar een mening en nog een arrogante ook.
De auteur, drs. Anton Jongbloed RA, is adviseur met een helikopterview die organisaties helpt complexe zaken inzichtelijk te maken en praktisch op te lossen.