Enkele weken geleden verschenen de berichten dat ook de rechtbanken sluiten vanwege de corona crisis. Alleen urgente zaken gaan nog door. Maar wie bepaalt eigenlijk wat urgent is? Terwijl scholen met alle macht proberen de ballen in de lucht te houden door massaal over te gaan op digitaal les te geven, lijkt het erop dat de tijd bij de rechterlijke macht heeft stil gestaan als het gaat om moderne ontwikkelingen op digitaal gebied, uitzonderingen daargelaten. Op 30 maart 2020 verscheen het eindrapport ‘Verkenning Toekomst Juridisch Dienstverlening; bouwstenen voor regulering’. In dit verband is het interessant te lezen wat er aan vooraf ging en welke rol prof. dr. Bob de Wit (zie foto) daarbij gespeeld heeft. Naast zijn aanstelling op Nyenrode geeft prof. De Wit veel presentaties over de digitale revolutie, en het rechtssysteem komt daar altijd slecht van af.
Het is dan ook niet vreemd dat prof. De Wit door het Ministerie van Justitie en Veiligheid werd uitgenodigd om op 28 augustus 2019 deel te nemen aan een ‘sessie’ om mee te discussiëren om het rechtssystem te innoveren in het kader van het project ‘Verkenning juridische dienstverlening’. Eenmaal betrokken in deze sessie bleek dat de organisatoren hem wilden inpalmen en hem verkeerde woorden in de mond wilden leggen om erna zijn reputatie te kunnen ondermijnen.
Vervolgens schreef prof. De Wit op 17 november 2019 een brief aan het ministerie van Justitie & Veiligheid waarin hij zich distantieerde van het onderzoek. In het kort komt deze brief erop neer dat het voorstel voor een innovatieplatform moet worden uitgelegd als een platform met als doelstelling om innovaties tegen te gaan die bestaande belangen bedreigen. Belanghebbenden bij het handhaven van de status quo mogen nooit worden betrokken bij de selectie van nieuwe innovaties (ook wel het ‘dubbele petten probleem’ genoemd).
Prof. De Wit vond dit maatschappelijk onaanvaardbaar en trok zich derhalve uit het project terug. Op 29 november 2019 kwamen twee dames van het ministerie van Justitie & Veiligheid zoete broodjes bakken bij de professor. Hij herhaalde in dit gesprek nogmaals zijn standpunt en bood belangeloos zijn hulp aan om een externe partner te vinden mocht het Ministerie van Justitie & Veiligheid alsnog bereid zijn een goed innovatieproces op te starten. Prof. de Wit vond en vindt het zijn burgerplicht om een bijdrage te leveren aan een goed functionerend rechtssysteem in de turbulente digitale ontwikkelingen die Nederland te wachten staat de komende jaren.
Op 1 april 2020 verscheen een korte reactie op social media op het verschijnen van het eindrapport ‘Verkenning Toekomst Juridisch Dienstverlening; bouwstenen voor regulering’ door prof. Bob de Wit: “Net nu bericht wordt over chaos door sluiting van rechtbanken ontvang ik het eindrapport ‘Verkenning Toekomst Juridische Dienstverlening; bouwstenen voor regulering’ van het ministerie van J&V. Een slechtere timing is ongeveer niet mogelijk: het rechtsbestel ligt namelijk plat omdat digitalisering jarenlang is gefrustreerd. Ik heb het van (tamelijk) dichtbij meegemaakt. Nog nooit in mijn 30 jaar als wetenschapper heb ik mij teruggetrokken uit een onderzoek, maar dat is J&V wel gelukt. Het staat als volgt in het rapport ‘Prof. Dr. Bob de Wit heeft (zich) teruggetrokken uit het project, omdat hij zich niet kon verenigen met zowel de organisatie van het project, het ontwerp en uitvoering van het proces, als met de resultaten. Hij distantieert zich van de resultaten en de conclusies.’ In de kern gaat het om ‘regulering van innovatie’. De idee is om een ‘innovatieplatform’ op te richten waarbij belanghebbenden als advocaten en rechters innovaties gaan beoordelen. Dat is zoiets als hoteliers vragen of ze AirBNB een goed idee vinden. Ook in het rapport: ‘na bijvoorbeeld vijf jaar (kan) een eerste evaluatie uitwijzen of de gewenste evolutie ook daadwerkelijk in gang is gezet’. Vijf jaar geen innovatie dus als het aan J&V ligt. Hopelijk is Corona snel weg en komt het nooit meer terug.”
In dit verband is het ook niet uit te sluiten dat het zogenaamde ‘dubbele petten probleem’ een rol gespeeld heeft om de digitale arbiter E-court in 2018 de nek om te draaien, wegens een overdaad aan verbetering en vernieuwing. Op 27 februari 2020 verscheen in het FD een opmerkelijk bericht dat het E-court de rechterlijke macht voor de rechter daagt. Wanneer belanghebbenden vanwege eigen gewin blijkbaar op de rem kunnen staan als het gaat om het rechtssysteem te moderniseren blijkt dat in tijden van crisis rechtzoekenden nog langer, dan nu al het geval is, moeten wachten voor hun zaak voor de rechter komt. In het onderwijs had niemand het geaccepteerd als schoolgaande kinderen en studenten nu geen onderwijs meer zouden kunnen genieten.