Fake news
Begin februari kondigde Fed-voorzitter Powell een scherpe bocht aan in zijn rentebeleid, wat de wereldbeurzen de kans heeft gegeven om quasi volledig te herstellen van de oplawaai van het vierde kwartaal van 2018. Het eerdere, grotendeels van de pot gerukte, standpunt van de Amerikaanse centrale bank stelde nog twee rentestijgingen van 25 basispunten in het vooruitzicht voor 2019, terwijl de financiële markten nadrukkelijk wezen op de noodzaak van lagere beleidsrente. De conjunctuurbarometers wezen immers overduidelijk op wereldwijd afnemende economische groei en teruglopend inflatiegevaar (als dat in die periode ooit aanwezig was). Het vooruitzicht van teruglopende economische groei in combinatie met stijgende rentetarieven zond in het najaar van 2018 nog schokgolven door de financiële markten. Maar in plaats van dit onmiskenbare signaal ernstig te nemen, bleef de koppige Fed-voorzitter zijn aberrante stelling verdedigen en nam hij enkel zichzelf (bovenmatig) ernstig. Uiteindelijk bleek zijn waarschuwende boodschap over een potentiële ontaarding van de inflatievoet alleen maar fake news te bevatten.
De motivatie voor een dergelijk obstinaat gedrag moet enerzijds worden gezocht in het feit dat een monetaire overheid haar aangekondigde politiek niet al te abrupt mag wijzigen (ook al bleek de analyse manifest verkeerd), want dit dreigt als paniekvoetbal te worden geïnterpreteerd, wat de economie nog meer ontwricht en de geloofwaardigheid van de centrale bank op lange termijn ondermijnd. Anderzijds wakkerden de aanhoudende loonstijgingen in de VS inderdaad de vrees aan voor toenemende inflatie. Een eenvoudige rekenregel uit het verleden hield in dat een verwachte salaristoename van 4 % op jaarbasis leidt tot een inflatie in de grootteorde van 2,5 %. Dit is 50 basispunten hoger dan de beleidsdoelstelling van de centrale bank en zou moeten bestreden worden met twee aanvullende Fed-hikes van 25 basispunten. Vandaar ’s mans stellingname …
Dit historische verband tussen salarisgroei en inflatie lijkt echter doorbroken, al blijkt de Fed de oorzaken hiervoor niet kennen. Op de vraag van een journalist naar een mogelijke verklaring, stelde één van de centrale bankiers alleen dat «Things have happened».
Wat ook de onderliggende reden mag zijn, het basisscenario van de Fed werd hierdoor sterk gewijzigd waardoor initiële vrees voor (onnodige) rentestijgingen zich omvormde tot een verwachte rentedaling van 25 basispunten. Deze neerwaartse beweging van de beleidsrente wordt verwacht vanaf oktober. De grootste kans op de realisatie van deze daling bevindt zich echter in januari 2020 en bedraagt nu 2 op 3.
De schrikreactie die de wereldbeurzen met een tuimelpartij van ongeveer 20 % opzadelde, maakte onmiddellijk plaats voor een enthousiaste opwaartse spurt die de globale aandelenkoersen gemiddeld zelfs boven het initiële recordniveau van begin oktober 2018 tilde.
Het herwonnen enthousiasme werd verder versterkt door de zorgvuldig georkestreerde goednieuwsshow van het handelsfront waar de onderhandelingen tussen de Chinese en Amerikaanse vertegenwoordigers gunstig lijken te verlopen. Of dit werkelijk zo is, kan natuurlijk niemand bevestigen.
Stefan Duchateau