Fundamentele vragen stellen over wie wij zijn, wat wij willen en mogen doen in onze interactie met de systemen van morgen

30 mayo 2017
Knowledge Base

Marc Pierar & Michel Klompmaker
De komst van de smartphone in 2007 was een treffend voorbeeld van een disruptieve (verstorende) technologie. Met dit apparaat konden burgers in direct contact komen met de hele (digitale) wereld: “doing anything anywhere anytime”. Met als gevolg dat burgers, bedrijven en overheden steeds meer wensen om doorlopend en met alles in contact te kunnen staan: ‘being connected all of the time’. Loek Hassing van Oracle gaf zijn visie tijdens het afgelopen RiskCongresPublicValues in Den Haag.

Hierdoor rijst meteen de vraag van veiligheid en toegankelijkheid: kan ik wel met iets of iemand contact krijgen en met wie of wat heb ik eigenlijk contact? Is dat contact wel betrouwbaar? Zo voldoen Facebook en Google niet aan de beveiligingseisen en -wensen van bedrijven zodat die hun bedrijfsgegevens niet op de website zullen plaatsen. Mijn bedrijf kan via het internet gekoppeld zijn aan een bedrijf aan de andere kant van de wereld maar ik ken dat bedrijf helemaal niet. Kan ik dat bedrijf dan wel vertrouwen?
Loek Hassing haalt Simon Sinek aan: “Een nieuwe toekomst bouwen we samen op”. Volgens Loek dienen we de infrastructuur van morgen samen en in overleg op te bouwen en niet meer over te laten aan grote systemintegrators. Hoewel Loek voor een groot technologie concern werkt, ligt zijn focus niet op het verkopen van producten. Hij is geïnteresseerd in de ‘leefwereld’ van zijn klanten en hoe die ‘leefwereld’ straks aan IT-technologie gekoppeld kan worden. Daarom stelt hij, ingegeven door Sinek, steeds drie vragen:
• Why: Wat zijn de uitdagingen van bedrijven, overheden en burgers om samen te werken.
• How: De opdracht aan leveranciers hoe dit allemaal aan te pakken
• What: Een technisch platform om de why en how vorm te geven.
In zijn verhaal beperkte hij zich tot de eerste twee. Bedrijven zijn al zo’n 60 jaar aan het automatiseren. Er is een grote druk op bedrijven om de continuïteit van hun geautomatiseerde omgeving te waarborgen. Daarom sluiten die deze IT-omgeving het liefste af van alle veranderingen die er ‘buiten’ plaatsvinden. Aan de andere kant zien bedrijven en organisaties allerlei uitdagingen om zich heen die soms op gespannen voet staan met die continuïteit, bijvoorbeeld de introductie van de smartphone. Hoe pas je je IT-omgeving daarop aan en in welk tempo? Vanuit de optiek van business-afdeling heeft de IT-afdeling of geen tijd of is veel te traag. IT (en de IT-afdeling) wordt steeds meer als een blok aan het been ervaren.
Peter Hinsen spreekt over “the new normal”. Hinsen ziet twee werelden ontstaan. De ene wereld wil het hier en nu waarborgen (lees: de IT-afdeling) en de andere wereld wil waarborgen dat je er morgen ook nog bent (lees: de business-afdeling). En de kloof tussen die twee wordt steeds groter.
Vraag uit de zaal: “Is dit niet een puur financieel verhaal?”
Loek Hassing: “Deels wel maar het is vooral een existentieel verhaal: je moet als organisatie iets doen met de nieuwe disruptieve technologie om te zorgen dat je niet alleen vandaag maar ook morgen nog ‘in business’ bent.”
Vraag uit de zaal: “Ik zie dat organisaties steeds meer gebruik maken van gegevens die op het internet te vinden zijn en steeds minder gebruik maken van de eigen bedrijfsgegevens. Daardoor ontstaat een nieuw probleem: het scheiden van feiten en fictie omdat gegevens op het internet niet per se betrouwbaar zijn. Hoe kijk jij daar tegenaan?”
Loek Hassing: “Er is tegenwoordig heel veel data, echt heel data. En veel van die data is steeds minder van de originele bron, is vaak gekopieerde data, is soms achterhaald en klopt soms gewoonweg niet (meer). Dat is een grote zorg voor ons allemaal. De grote strategische vraag is of we verder bouwen op het oude, opnieuw beginnen of het oude en het nieuwe samenbrengen. Wat we ook kiezen, we zullen problemen moeten oplossen zoals kenniswaarborging, het delen van informatie, (het gebrek aan) digitale vaardigheden van gebruikers, de grote hoeveelheid standaarden en protocollen. In een wereld waar alles met alles is verbonden, wordt de context van data belangrijk: wat betekent iets en wie bepaalt dat eigenlijk? Als we echt dingen samen gaan doen, dan moeten jij en ik dat samen bepalen, dus niet bijvoorbeeld de overheid voor de burger maar de overheid en burger samen. Dat heeft niets te maken met technologie maar met organisatie, consensus en overleg. Zover zijn we echter nog lang niet.”
Vraag uit de zaal: “Ik word altijd zenuwachtig als ik hoor: delen van informatie. Kunnen we niet beter spreken van toegang geven tot informatie? Iedereen moet eigenlijk baas zijn over zijn eigen informatie en anderen al dan niet toegang geven tot die informatie.”
Loek Hassing: “Helemaal mee eens maar, opnieuw, zo ver zijn we nog lang niet. Uw vraag maakt wel duidelijk dat we niet meer moeten praten en denken in termen van technologie maar in termen van mensen. Dat is nog niet tot iedereen doorgedrongen en maakt deze discussie zo moeilijk.”
De technologie is er en wordt voor een deel al geïmplementeerd door Oracle bij diverse klanten en in samenwerking met andere bedrijven zoals KPN. Die implementaties maken deels gebruik van bestaande legacy-systemen omdat je die nu eenmaal niet zomaar weg kunt doen. Maar ook nieuwe technologieën zoals blockchain zijn onderdeel van die implementaties. We hebben nog een lange weg te gaan en nog vele discussies te voeren omdat, nogmaals, de huidige technologische ontwikkelingen heel veel fundamentele vragen stellen over wie wij zijn en wat wij willen en mogen doen in onze interactie met de systemen van morgen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *